Week 6
Op maandagochtend zijn we naar Okazaki Shrine gegaan, een relatief kleine en onbekende shrine in Kyoto die onder toeristen beter bekend is als de bunny shrine: overal staan beeldjes en schilderingen van konijntjes, die symbool staan voor vruchtbaarheid. Het was er super rustig, en we waren er heel snel doorheen, dus daarna zijn we met de bus naar Kiyomizu-Deru gegaan.
Kiyomizu-Deru is juist een super toeristische shine met de meeste mensen die we in Kyoto bij elkaar hebben gezien. Vanaf de bus is het eerst een kwartiertje lopen via een straat die best stijl omhoog gaat met heel veel winkeltjes erlangs. Vanaf de shrine zelf is het uitzicht over Kyoto erg mooi, en je kunt vanaf de shine door een stukje natuur naar de pagode lopen, maar dat hebben we niet gedaan, want de zon was echt te sterk die dag, dus we hebben snel een lunchplekje in de airco gezocht.
‘s Middags zijn we van Kyoto naar Osaka getreind.
In het hotel in Osaka staan en hangen vanwege pride month echt 100 regenboogvlaggetjes in de lobby :)
Op dinsdag zijn we naar het aquarium van Osaka gegaan. Het is er echt super groot en we hebben zeehonden, otters, dolfijnen, roggen, tropische vissen, kwalletjes, walvishaaien en nog veel meer gezien! Het hoogtepunt van het aquarium is de enorme tank met grote vissen (haaien, roggen, walvishaaien, etc) waar je in een spiraal langs naar beneden loopt (je loopt dus met een helling zo’n 3 verdiepingen omlaag met de hele tijd die tank rechts van je, en je blijft nieuwe dieren zien).
‘s Avonds hebben we aangesloten bij een food tour, waarbij we bij verschillende restaurantjes in een superschattig straatje kleine gerechten hebben gekregen, waaronder udon, takoyaki en yakiniku. Bij sommige restaurantjes had je alleen staplekken en bij eigenlijk allemaal was er sowieso maar heel weinig plek. De reisleider was een Duitse man die al een aantal jaar in Japan woont, en we waren met een groep van 9 (excl. leider). Iedereen was super gezellig en we hebben heel erg lekker gegeten.
Op woensdag zijn we naar Dotonbori gegaan, een bekende winkelstraat in Osaka, vlak bij ons hotel. Het is de typische winkelstraat waar je aan denkt als je Japan hoort: flitsende aankledingen van de voorgevels van restaurants en winkels, veel tekst, winkelmedewerkers die buiten staan op klanten te werven en vooral heel veel mensen. De rest van de dag heb ik aan het verhaal ‘Terugkeer’ gewerkt, dus ga die zeker lezen als je dat nog niet hebt gedaan!
Op donderdag was mijn deadline voor deze website (blog en foto’s blijf ik updaten tot we terug naar nederland gaan!), dus ‘s ochtends heb ik mijn laatste dingetjes daarvoor nog even in orde gemaakt.
Daarna zijn we naar Osaka castle gegaan, die we even van de buitenkant hebben bewonderd, en daarna terug naar de airco. Op het terrein was ook een figurine museum, met verschillende animefiguren (maar wel minder dan verwacht), kleine plastic diertjes, shintogoden en autootjes.
Op vrijdag zijn we met de shinkansen van Osaka naar Fukuoka gegaan. Japan bestaat uit 3 grote eilanden, Hokkaido, Honshuu en Kyuushuu, en een heleboel kleinere. Tokyo, Kyoto en Osaka liggen allemaal op het middelste en grootste eiland Honshuu, en Fukuoka is een van de Noordelijkste steden op Kyuushuu, wat met het Noordelijkste puntje Honshuu aanraakt. In Fukuoka verblijven we 2 nachtjes.
De shinkansen deed er 2,5 uur over, en aangezien het rond lunchtijd was, hebben we hebben een ekiben gekocht (eki = station, ben is kort voor bento = lunchbox). James had een hele coole: als je een touwtje eruit trok begon hij op te warmen en na een paar minuten kon je hem open maken en was hij precies op de juiste temperatuur.
Op zaterdag hebben we heel veel gedaan. We zijn naar een heel mooi park geweest in Fukuoka: Ohori Park, waar heel veel vlindertjes, schildpadden, aalscholvers, kraaien en eenden zaten, en daarna naar de botanische Japanse tuin ernaast, waar we een Japanse rattenslang in het wild hebben gezien (super cool!!).
We hebben geluncht in onze volgende bestemming: Canal City Hakata, een groot winkelcentrum in een halve cirkel met funky kleuren waar een stroompje doorheen loopt. Er waren leuke winkeltjes, straatartiesten en fonteinen, maar we waren vanwege de hitte super moe dus zijn al redelijk snel terug naar het hotel gegaan.
Op zondag zijn we super cool volwassen geweest want we hebben voor het eerst en auto gehuurd! De bestemming voor de volgende 4 nachten is Beppu, een kleine stad/groot dorp aan de andere kant van het eiland. Het is een plaatsje dat bekend staat om zijn natuurlijke hotsprings, maar is niet iets wat je typisch als westerse toerist doet (wel als Japanse, Koreaanse of Chinese toerist). Het openbaar vervoer is lang niet zo goed geregeld als in of rond de grote steden op Honshuu, dus een auto was wel echt een goed idee hier.
Onderweg naar Beppu zijn we langs Nanzoin Temple gereden voor een enorm beeld van een liggende Buddha. We moesten een stukje de berg op lopen langs buddhabeeldjes en kleine heiligdommetjes en bovenaan hebben we de voeten van de reclining buddha (long boi buddha) aangeraakt (dat brengt geluk).